Mentale alchemie oftewel “Verbeter de wereld, begin bij jezelf”
De oude Alchemisten waren onder andere bezig om van on-edele metalen goud maken. Stoffelijke transmutatie is volgens de huidige wetenschap alleen mogelijk in een kernreactor of een deeltjesversneller. Het is dus wel degelijk mogelijk om van lood goud te maken, maar het is op de wetenschappelijke manier ontzettend moeilijk en vreselijk kostbaar. Of de oude alchemisten er met behulp van mentale scheppingstechnieken en gebruik van nog onbekende natuurwetten er in hun middeleeuwse laboratoria ooit in geslaagd zijn, dat lijkt mij niet waarschijnlijk maar het is niet uit te sluiten. Dr. H. Spencer Lewis claimde dat hij het kon en hij heeft er één keer een demonstratie van gegeven in bijzijn van journalisten, wetenschappers en goochelaars die hem niet op een truuk hebben weten te betrappen.
Wat wèl mogelijk is en zelfs vrij gemakkelijk, is mentale alchemie. Mentale alchemie is een van de kernbegrippen van onze leringen. Het is een manier om van onze eigen niet-edele metalen mentaal goud te maken. Dat wil zeggen onze slechte eigenschappen om te zetten in goede eigenschappen. Hiervoor hebben wij verschillende technieken in huis. Veel daarvan zijn algemeen bekend en in gebruik bij mystieke genootschappen, New Age bewegingen en (psycho)therapeuten. Denk bijvoorbeeld aan Mindfulness, wat een voorstadium van meditatie is. Of Positieve Affirmaties waarmee je jezelf kan helpen om op een meer positieve manier te leren denken en meer zelfvertrouwen te krijgen. Onze visualisatietechnieken worden tegenwoordig zelfs door sporters gebruikt. Tegenwoordig weten sportcoaches hoe het komt dat je door in gedachten te tennissen je backhand verbetert. Een getrainde tennisser leert zelfs van alleen maar het kijken naar een tenniswedstrijd. Neurologen hebben namelijk de zogeheten ‘spiegelneuronen’ ontdekt. Door er naar te kijken hoe iemand iets doet, je in te leven in de situatie en je intens voor te stellen dat je het zelf doet, versterken de spiegelneuronen de hersenbanen die je ogen, je benen en je handen gebruiken.
Onze technieken zijn allang niet meer geheim. Maar het bijzondere van onze methode is dat de Rozekruisers deze technieken door de eeuwen heen geperfectioneerd hebben. Wij weten in welke volgorde we ze aan moeten leren om er optimaal profijt van te hebben. Bovendien weten wij wat we er wel en niet mee kunnen doen, en waarom dat zo is.
In een oud Rozekruisers geschrift, de “Tekst der Citaten”, worden een aantal van die on-edele metalen genoemd: ijdelheid, afgunst, besluiteloosheid, anderen veroordelen en huichelachtigheid. Hoe kom je daar van af? Allereerst door ze bij jezelf te onderkennen. De eerste waar je van af wilt is dus ijdelheid. Je moet jezelf kunnen/durven zien zoals je bent. Mediteren is een probaat middel om tot dit zelfinzicht te komen. Je bent al een heel eind op weg om een ‘goed mens’ te worden als je deze vijf weet te overwinnen en in hun tegendeel weet om te zetten. Dit noemen we mentale alchemie. IJdelheid kan worden omgezet in bescheidenheid, afgunst in tevredenheid, besluiteloosheid in aanpakken, veroordelen in een open geest en huichelachtigheid in oprechtheid. Deze eigenschappen vormen een solide basis voor ieder leven. Maar als mysticus in de wereld van het dagelijks bestaan heb je ze extra nodig.
Toch is dit niet het eindpunt van de mentale alchemie. Dit zijn nog maar de basisbeginselen, de mentaliteit die je nodig hebt om verder te komen op het pad naar meesterschap. Het is een levenslang proces. Vaak kost het zelfs meerdere levens om ze helemaal te transmuteren. En uiteindelijk willen we ze overstijgen. De vijf slechte eigenschappen uit ons Boek der Citaten komen ongeveer overeen met de eerste vijf ‘ketenen’ uit het Boeddhisme. Deze ketenen houden ons volgens de Boeddha gevangen in de stof, in de cyclus van dood en wedergeboorte. Boeddhisten hebben het over ‘het geloof in persoon-lijkheid’ (ijdelheid is de overtuiging dat je belangrijk bent), ‘sceptische twijfel’ (de scepticus staat klaar om alles en iedereen te veroordelen, maar twijfelt nooit aan het eigen gelijk) ‘verlangen naar genot’ (afgunst is het willen bezitten wat een ander heeft, dingen die genot schenken), ‘gehechtheid aan regels en rituelen’ (wie zelf geen besluiten kan nemen klampt zich vast aan regels), ‘kwade wil en haat’ (de huichelaar wantrouwt iedereen en denkt alleen aan zichzelf).
Wie helemaal bevrijd is van de vijf ketenen die ons aan de materiële wereld binden, staat op de drempel naar volledige verlichting en hoeft niet meer in de stof wedergeboren te worden. Tijdens het leven noemen de Boeddhisten noemen iemand die bevrijd is van de noodzaak om in de stoffelijke wereld te incarneren ‘Anagami’ en na diens overgang wordt de term ‘Arhat’ gebruikt. Wij hebben het over de Meesters en noemen dit verlichte bewustzijn de staat van Rose-Croix.
In het Boeddhisme ben je er dan nog niet. De stoffelijke wereld heeft altijd ‘Bodhisattva’s’ nodig, kosmische meesters, die vrijwillig terugkeren om daar een taak te vervullen. Zij doen vrijwillig afstand van het nirwana om de mensheid te dienen en willen de staat van Boeddha pas ingaan als de hele mensheid verlicht is. Zij kiezen er voor om opnieuw het lijden te ondergaan, want het is nodig. Ook een Arhat, die bevrijd is van de noodzaak om te incarneren, groeit door. Het is een vrije keuze om wel òf niet een opdracht op Aarde te vervullen.
Maar zo ver zijn wij nog lang niet. Zo lang wij hier als gewone mensen in de stoffelijke wereld leven, zijn wij bezig om ons spirituele onedele metaal in spiritueel goud te veranderen. Wij krijgen de technieken daarvoor via de leringen van AMORC. Op die manier werken wij aan onszelf en het Kosmische zal ons daar rijkelijk voor belonen. Wij mogen best genieten van de rijkdom die wij onderweg ontvangen. Dit alchemistische goud is dus geen wereldse rijkdom maar spirituele rijkdom: zelfkennis, gemoedsrust, morele en fysieke gezondheid, daadkracht, openheid van geest, vertrouwen en dergelijke. Kort gezegd: Diepe Vrede!