Laten wij ons verheugen op de toekomst.
Zondag 18 juli was de Nederlandse rijksbouwmeester Floris Alkemade te gast in het tv-programma Zomergasten. Het was een avond die helemaal in het kader stond van optimisme. Wat mij in het bijzonder is bijgebleven was, dat hij het er over had dat wij op een andere manier met de toekomst om kunnen gaan.
Momenteel is het overgrote deel van de wereld geobsedeerd bezig met een onhoudbare groei van de economie. De overbevolking blijft maar toenemen. Zeeën worden leeggevist. Veeteelt en industrie stoten meer broeigassen en stikstofverbindingen uit dan de wereld aankan. De natuurlijke voorraden raken uitgeput. Het milieu komt steeds voller te liggen met plastic dat niet wordt afgebroken. Het klimaat verandert. En ga zo maar door.
In 1972 bracht de Club van Rome het boek “Grenzen aan de groei” uit. Hierin werd al gewaarschuwd voor alle problemen waar we nu nog steeds mee te maken hebben. Een jaar eerder werd dit rapport al gelekt naar NRC Handelsblad. “Ramp bedreigt wereld” kopte de krant op 31 augustus 1971 en: “Als alles en iedereen doorgaat op de manier waarop dat nu gebeurt, dan komt er binnen enkele tientallen jaren een geweldige catastrofe. De enige vraag daaromtrent is of de catastrofe wordt veroorzaakt door honger, door uitputting van essentiële grondstoffen of door de vervuiling van de Aarde. Er zijn – nú – ingrijpende maatregelen nodig om dat onheil te voorkomen!”
Deze onheilsboodschap horen wij nu al vijftig jaar. Het heeft wel een beetje effect gehad, maar niet genoeg. Er worden nu wel klimaatconferenties gehouden, maar vrijwel geen enkel land haalt de overeengekomen doelstellingen. Er zijn wereldvoedselhulp programma’s gekomen en massale inzamelingen als er weer eens ergens een ramp gebeurt, maar de hulp komt altijd pas achteraf. NGO’s als Greenpeace en Sea Shepherd zetten zich met soms drastische acties in voor de bescherming van het milieu, maar het zet niet veel zoden aan de dijk. En er wordt sinds een paar jaar (nota bene op initiatief van een toen nog middelbare scholier) een voorzichtig beginnetje gemaakt met het opruimen van de plasticsoep.
Maar aan de andere kant doen veel mensen die de macht hebben om echt iets te veranderen, er helemaal niets aan. Populistische regeringsleiders ontkennen dat er iets aan de hand is. De rijkste mensen ter wereld zijn bezig met het aanbieden van ruimtereisjes, aan iedereen die een fortuin kan betalen voor een vlucht van tien minuten, die meer vervuilt dan intercontinentaal vliegtuig. Religieuze en ideologische leiders zetten fanatici er nog steeds toe aan om andersdenkenden te onderdrukken en zelfs te vermoorden.
Floris van Alkemade raadt ons aan om het van de andere kant te bekijken. Pessimisme leidt tot passiviteit. Voor positieve veranderingen heb je optimisme nodig. In plaats van de focussen op het probleem, kunnen wij ons ook focussen op de oplossing. Oneindige groei bestaat niet. Dat staan de natuurwetten eenvoudigweg niet toe. Dus moeten we stoppen met willen groeien.
Laten wij ons in plaats daarvan verheugen op een einde aan de groei. Op circulaire productie en het recycleren van grondstoffen. Op een wereld waarin mens en natuur met elkaar in evenwicht zijn. Op wat meer rust en minder mensen op aarde. Hier is geen ramp voor nodig. Dit is geen dystopisch toekomstbeeld. Integendeel, het is een haalbare utopie. We zullen een heleboel dingen anders moeten inrichten. Dat wèl. Maar met de huidige stand van technologie en wetenschap kunnen we dat ook.
De Club van Rome gaf al aan dat het belangrijkste probleem eigenlijk de overbevolking is. En er zijn nu alweer twee miljard mensen meer dan toen. Hoe zorg je er voor dat er minder mensen komen op aarde komen? Niet door oorlog en honger. Die leveren netto juist een bevolkingsgroei op! We weten inmiddels dat het beste anticonceptiemiddel is om onderwijs te geven aan meisjes. Dat worden mondige, zelfstandige vrouwen die in hun eigen bestaan kunnen voorzien. Als de welstand groeit, krimpt de bevolking.
Onderwijs en voorlichting. Maar niet vanuit de westerse wereld als “toean besar” doen alsof wij alles beter weten dan die arme inheemsen. Wij zijn namelijk niet de oplossing, onze huidige cultuur is het probleem! Juist de lokale kennis is van essentieel belang. Bewoners van het regenwoud weten precies hoe ze in harmonie met hun deel van de wereld moeten leven. Rendierhoeders hebben geen moeite met het leven boven de poolcirkel. Er zijn nog een paar aboriginals in Australië die weten hoe hun continent werkt. Maar in Europa moeten we weer helemaal opnieuw leren hoe we ons voedsel duurzaam kunnen produceren. Hoe we ons beter kunnen verhouden met onze grond, het water, de zon en de atmosfeer. Hoe wij minder kunnen vervuilen en hoe wij aan onze kinderen een betere wereld kunnen nalaten.
We hoeven geen jager-verzamelaars te worden. Maar we kunnen van hen wèl leren hoe een gezond ecosysteem werkt en wat de rol van de mens daarin kan zijn. Landbouw, veeteelt, jacht en visserij kunnen veel kleinschaliger en harmonischer. Ecologische initiatieven leiden tot een veel grotere biodiversiteit en daarmee tot een plezieriger leefomgeving. Goedkope mondiale massaproductie kan omlaag geschaald worden naar lokale kwaliteitsproducten.
Als Rozekruisers weten wij dat al het goede dat wij visualiseren zich in de toekomst zal materialiseren. Positieve gedachten brengen positieve resultaten. En er is veel om ons op te verheugen. Juist omdat het huidige groeimodel onhoudbaar is, zal de toekomst ons een betere kwaliteit van leven brengen, minder stress, mooiere producten, lekkerder eten en een betere omgang met elkaar en met de natuur.