Hebben wij een vrije wil? – vervolg

In mijn vorige brief beschreef ik het wetenschappelijke materialistisch determinisme en de theologische predestinatieleer. Ik beschreef dat het determinisme op quantumniveau, maar ook op macroniveau tekort schiet. Wat ik er nog niet bij had gezegd is dat zo’n honderd jaar geleden door Kurt Gödel is aangetoond dat zelfs in de Wiskunde en de Logica per definitie ‘gaten’ zitten. En ik legde uit dat in de leer van de predestinatie niet alleen het direct ingrijpen door God is uitgesloten, maar dat alles wat wij doen – goed òf kwaad – al voor het begin der tijden door God bepaald was. Daardoor zijn er maar weinig theologen die de predestinatie aanhangen.

Ik gaf aan dat volgens Louis-Claude de Saint-Martin het determinisme (wat hij het Lotgeval noemt) en de predestinatie (die hij Voorzienigheid noemt) twee van de drie krachten zijn die ons bestaan beïnvloeden. God heeft een plan met Zijn schepping. Maar hij heeft ons ‘het meest vreselijke geschenk’ van de vrije wil gegeven. Deze Vrije Wil is de derde kracht. Het ‘vreselijke’ hierin is dat de vrije wil het mogelijk maakt om vergissingen te begaan. Door deze vergissingen ontstaat de maalstroom van het Lotgeval. Dat begint al met de opstand van de engelen.

Aardbevingen, overstromingen, hongersnood en ziekten zijn onafwendbaar, maar een individu kan hier doorheen laveren door verstandige keuzes te maken. Men kan door afstemming op de hoogste spirituele regionen komen tot een levenswijze die het mogelijk maakt om een instrument van Gods Voorzienigheid te worden, een mysticus, ‘witte magiër’ of ‘heilige’. Men kan ook door afstemming op de laagste spirituele regionen een ‘zwarte magiër’ worden, een instrument van de gevallen engelen. In ruil voor tijdelijke roem, macht en aanzien wordt zo iemand uiteindelijk meegesleurd in de val van deze misleide spirituele wezens.

In Tolkien’s boek The Lord of the Rings kiest de tovenaar Gandalf om zichzelf op te offeren voor zijn vrienden. De goden zenden hem dan naar Midden Aarde terug voor een laatste missie als Gandalf de Witte. De tovenaar Saruman daarentegen kiest ervoor om zich aan te sluiten bij de kwade macht Sauron. Hij vernietigt de natuur om zich heen en zijn toren wordt door de bewakers van het bos vernietigd. Uiteindelijk eindigt Saruman als tiran van de Gouw, een schaduw van zijn oude glorie.

Dit is de werkelijke ‘vrije wil’: je hebt een keuze. Het betekent niet ‘ik doe waar ik zin in heb’. Je kiest voor jezelf en wordt meegesleurd in de maalstroom van het Lotgeval òf je kiest voor het grotere goed en wordt een geestelijk wezen, een god-mens.

Wij kunnen allemaal onze voorbeelden bedenken van heersers, magnaten en goeroe’s die zich door hun grote ego laten meeslepen, volgelingen verzamelen, oorlogen en opstanden beginnen, zichzelf rijkdom en gunsten laten schenken. Kritiek wordt tijdens hun heerschappij in de kiem gesmoord, vaak niet eens door de persoon zelf, maar door fanatieke volgelingen. Uiteindelijk komen ze allemaal ten val. Op lagere niveaus kennen we de huistirannen en de pestkoppen. Zij allen sterven eenzaam en verbitterd.

Niet veel moeilijker is het om voorbeelden te vinden van hen die voor een leven in overeenstemming met Gods plan hebben gekozen. Maar zelden onder de ‘groten der Aarde’, want zij doen geen goed om aanzien te vergaren. Een enkeling krijgt aanzien ondanks zichzelf, of omdat het bij zijn of haar levenspad hoort. En er zullen altijd tegenstanders zijn die er op wijzen dat deze mensen tekortkomingen hebben. Dat zullen ze zelf nooit ontkennen omdat zij hun eigen tekortkomingen maar al te goed kennen. In het dagelijkse leven vinden we deze mystici terug als vriendelijke, bescheiden mensen. Deze mens sterft tevreden en kijkt terug op een rijk leven.

Met de beste wensen voor Diepe Vrede,
Oprecht en broederlijk,

Michiel Schillhorn van Veen, FRC
Grootmeester