De Rozekruisers Orde heeft een lange en eerbiedwaardige traditie als mysterieschool. Met de geschiedenis van haar ontstaan en haar vestiging in West-Europa zou een flinke boekenkast gevuld kunnen worden. De hoofdpunten zullen wij hier vermelden.
Een omwenteling
De Rozekruisers Orde is internationaal bekend onder haar traditionele en authentieke titel, de Antiquus Arcanus Ordo Rosae Rubeae et Aureae Crucis (AAORRAC). Dat wil zeggen: de Aloude en Mystieke Orde van de Rode Roos en het Gouden Kruis. Alle landen ter wereld waar de Orde gevestigd is, voeren evenwel de afkorting AMORC (Antiquus Mysticusque Ordo Rosae Crucis). In Nederland is de Orde bekend onder de naam Aloude Mystieke Orde Rosae Crucis. In de Engelstalige landen: The Ancient and Mystical Order Rosae Crucis.
Het symbool van het Rozekruis heeft geen religieuze achtergrond. Het stamt uit een tijd voorafgaande aan het christendom. De verticale balk van het kruis symboliseert de spirituele wereld; de horizontale balk de stoffelijke wereld. De roos op het snijpunt vertegenwoordigt het persoonlijke bewustzijn dat zich ontvouwt. Via onze naam en het symbool van het Rozekruis geven wij gestalte aan de aloude broederschap die de ware traditie van de Rozekruisers-filosofie behoedt en doorgeeft.
De geschiedenis van AMORC kan in twee elementen worden verdeeld: de traditionele en de chronologische. De traditionele geschiedenis bestaat uit mystieke allegorieën (zinnebeeldige voorstellingen) en fascinerende legenden die al eeuwenlang mondeling worden doorgegeven. De chronologische geschiedenis is gebaseerd op specifieke data en controleerbare feiten en verslagen.
De Rozekruisers-filosofie, waarvan de Rozekruisers Orde de prominentste vertegenwoordiger is, heeft zijn wortels in de mysteriën, tradities, filosofie en mythen van het oude Egypte van ongeveer 1500 v. Chr. In de oudheid verwees het begrip mysterie naar speciale kennis (gnosis), naar geheime wijsheid. In het oude Egypte werden duizenden jaren geleden speciale groeperingen of scholen geformeerd om de geheimen van het leven te onderzoeken en de zo ontstane wijsheid te bewaken. Alleen serieuze leerlingen die het verlangen naar kennis toonden en bepaalde toetsen doorstonden, werden waardig geacht om in deze mysteriën te worden ingewijd. In de loop der tijd voegden de mysteriescholen, waar zulk onderricht werd gegeven, inwijdingen toe.
Het is een traditioneel gegeven dat de eerste mystieke leerlingen elkaar ontmoetten in de voorhof van een tempel. Als kandidaat werden zij daar ingewijd in de mysteriën. Hun mystieke werk kreeg daarna een besloten karakter: het onderricht werd voortaan gegeven in de tempel. De Rozekruiserstraditie verhaalt, dat de grote piramiden van Gizeh in de ogen van de ingewijden het heiligst waren. In tegenstelling tot wat historici beweren, vermeldt onze traditie dat de piramiden niet gebouwd werden om tot tombe van de farao’s te dienen, maar in werkelijkheid een studieplek vormden waar men mystieke inwijdingen onderging. Na vele eeuwen evolueerden de mysteriescholen geleidelijk tot grote onderwijscentra. Vanuit vele landen reisden leerlingen er naartoe.
Farao Toetmosis III, die over Egypte heerste van 1500 tot 1447 v. Chr., organiseerde een esoterische broederschap van ingewijden. De beginselen en methoden van die broederschap worden heden ten dage voortgezet door AMORC. Tientallen jaren nadat de organisatie van Toetmosis III was opgericht, werd farao Amenhotep IV ingewijd in de geheime broederschap. Deze zeer verlichte farao – de eerste monotheïst in de geschiedenis – was zo geïnspireerd door het onderricht in de mysteriën dat hij een geheel nieuwe richting gaf aan de religie en filosofie van Egypte.
Hij vestigde een religie die Aton, de zonneschijf, erkende als het symbool van de ene godheid, de grondslag van het leven zelf, het symbool van Licht, Waarheid en Vreugde. Amenhotep IV veranderde zijn naam in Ichnaton (zoon van Aton) om deze nieuwe ideeën te weerspiegelen. Hoewel de vroegere godsdienst later in ere werd hersteld, werden de mystieke denkbeelden van de broederschap voortgezet in het menselijke bewustzijn, en die vlam is altijd blijven branden.
Eeuwen later reisden de Griekse filosofen Thales en Pythagoras, en de Romein Plotinus en anderen, naar Egypte. Daar werden zij ingewijd in de mysteriescholen. Vervolgens gingen zij met hun verlichte leringen en wijsheid naar de westerse wereld. De ervaringen die zij in die begintijd hebben opgedaan, staan aan de basis van wat uiteindelijk de Rozekruisers Orde zou worden. De naam van de Orde zoals die nu bekend is, werd pas later ingesteld. De Rozekruisers Orde heeft steeds de erfenis van de oude symboliek en principes voortgezet.