Over een paar weken is het alweer zes jaar geleden dat ik werd geïnstalleerd als Grootmeester van het Nederlandstalige deel van AMORC. Wat is er in die tijd een boel veranderd!
“Plus ça change, plus ça reste la même-chose,” zei mijn voorgangster Irène Beusekamp-Fabert graag. ‘Hoe meer er verandert, hoe meer er hetzelfde blijft.’ Af en toe heb ik een droom waarin zij mij advies geeft. Verandering is nodig. Verandering is natuurlijk.
Gisteren heb ik de Rozekruisers uitvaart van onze soror Frieda Blijenberg geleid. Zij was de hartsvriendin van mijn moeder. Frieda was heel actief binnen het Martinisme. Van 1985 tot 1998 was zij assistent-Grootmeester en Maître Provincial van de TMO in Nederland. In de jaren daarna heb ik jarenlang intensief met haar en Irène Beusekamp samengewerkt om de door Joke van der Meulen vertaalde, vernieuwde ritualen en lessen van de TMO te redigeren. “Treur niet om mijn dood. Daar waar ik mij bevind, ben ik volkomen gelukkig en ken geen enkel lijden. Ik mag de wonderen van God aanschouwen en weet voortaan dat wij voor altijd verenigd zijn in de banden van Zijn Licht, Zijn Leven en Zijn Liefde.” De fijne herinneringen blijven.
Terwijl ik dit schrijf, kijk ik naar buiten en zie ik de eerste krokusjes in het gras van de Groot Hertoginnelaan. De boomtakken staan vol uitbottende knoppen. De verandering van seizoen. Dit maakt mij extra doordrongen van de cyclus van het leven. Leven en dood zijn slechts twee fasen van hetzelfde. Het oude maakt plaats voor het nieuwe.
Waarom zijn wij in het Westen zó bang voor de dood? Ik krijg wel eens de indruk dat men doodgaan het allerergste vindt wat er bestaat. Maar is de dood zo erg?
Stel dat de materialisten gelijk hebben en dat er niks is na de dood. Dat is overigens helemaal geen nieuw idee! Veel Romeinen dachten er 2000 jaar geleden al zo over. Maar de schrijver Epicurus trok daar een héél andere conclusie uit dan de hedendaagse materialisten. Als je doodgaat besta je niet meer. Er is geen hemel, geen hel, puur niets. Ook geen droom of een zwarte ruimte, je hebt geen enkele vorm van ervaring meer. En dat is juist waarom het niet erg is om dood te gaan. Als iets erg is, dan moet het pijnlijk zijn. Maar als je dood bent voel je geen pijn meer. Je voelt niks. Als jij er bent, dan is de dood er niet; als je dood bent, ben jij er niet. Er is geen moment dat je de dood kan ervaren. Alleen het dood gaan is misschien vervelend, het dood zijn niet. En als de dood het ergste is wat ons kan overkomen, dan is er niet veel om je zorgen over te maken. Dus vanuit het materialisme is het een denkfout om bang te zijn voor de dood.
Als je bent opgegroeid in een religie die ervan uitgaat dat mensen die zich slecht gedragen naar de hel gaan en dat mensen die zich goed gedragen naar de hemel, dan kan doodgaan wèl heel angstaanjagend zijn. Want hoe weet je zeker dat jij een goed mens bent? Zeker als de dogma’s van die religie heel strikt en streng zijn, is dat geen zekerheid. Er zijn zeker mensen die hier erg onder lijden. Je zou dus aannemen dat met de groeiende secularisatie de angst voor de dood zou afnemen. Maar het tegenovergestelde is juist waar. De meeste gelovige mensen vertrouwen juist in de goedheid en vergiffenis van god en gaan er van uit dat alleen degenen naar de hel gaan die ècht geen spijt hebben van hun slechte daden. (Daar hoef je dan ook geen medelijden mee te hebben.) Het gaat er vooral om zèlf een goed leven te leiden, waar je met tevredenheid op terug kan kijken.
En voor de mensen die de leer van reïncarnatie aanhangen, is de dood niet meer dan één van de twee fasen van het bestaan. Wij worden geboren, leven en sterven, en daarna kijken wij terug op ons leven, maken de balans op en bereiden ons voor op een volgend bestaan. Ook hier is er geen enkele reden om bang te zijn.
Het is de moeite waard om de filosofie van de oude Romeinen te bestuderen. Vooral Epicures en de stoïcijnen hebben heel veel relevantie voor onze moderne wereld. Wij kunnen van hun leren hoe we de dingen kunnen relativeren. Soror Beusekamp had een spreuk van Marcus Aurelius aan de muur van haar werkkamer hangen: “Geef mij de kracht om te aanvaarden wat ik kan niet veranderen, de moed om te veranderen wat kan veranderen en de wijsheid om tussen beide het onderscheid te maken.”
Welnu: dood gaan we allemaal. Daar kunnen we niets aan veranderen. Wat we wèl kunnen veranderen is hoe wij met de dood omgaan. Of we nu geloven dat er niets is na de dood, dat we in de hemel komen, of dat we opnieuw zullen leven. Er is niets om bedroefd of angstig over te wezen.