Laten wij het vandaag eens over iets anders hebben dan over Corona. Ik ben al een tijdje bezig met het ego. Door allerlei new age leraren wordt ons verteld dat wij ons ego moeten laten varen. Het ego wordt gezien als het laagste van het laagste, de bron van alle slechtheid in de materiele wereld. Het ego houdt jou voor de gek met allemaal egoïstische verlangens en machtsdrang. “Wanneer je blind bent voor je ego dan bepaalt het jou,” las ik eens.
Voor een psycholoog is dat wartaal. Een totaal onjuist gebruik van de term ego. Het lijkt wel alsof deze goeroes het woord ego gebruiken, waar Sigmund Freud het over het Es had. Het Es is het onbewuste geheel van instincten en driften dat gericht is op het voortbestaan van het individu en de soort. Het Ego is het bewustzijn, dat deel van de mens dat ‘ik’ kan zeggen. Dan had Freud nog een Superego, waarmee hij de geïnternaliseerde regels van de maatschappij bedoelde. Zijn leerling Karl Gustav Jung heeft deze theorie verder uitgewerkt. Hij verklaarde dat het Ego naar het Zelf toe groeit. Hij bedoelde hiermee dat het ik, het ego, heel broos en kwetsbaar begint en uiteindelijk een volwaardig en autonoom individu wordt. Dat proces wordt ook wel genoemd: “worden wie je bent”.
Deze groei van het ego naar het zelf is in de afgelopen dertig jaar vanuit de wetenschap goed onderzocht en in kaart gebracht.
Een pasgeboren kind heeft nog geen ego, een peuter maakt nog geen onderscheid tussen zichzelf en de ander. De zogeheten Theory of Mind ontstaat pas later. Ergens tussen het tweede en het derde jaar gaat een kind het woordje ‘ik’ gebruiken. Maar hij of zij heeft nog niet door dat de ander andere dingen kan weten of denken dan hijzelf. Een peutertje heeft nog geen sociaal bewustzijn. Het kindje kan hartstochtelijk van pappa en mamma houden, maar als het zijn zin niet krijgt ontstaat er een soort kortsluiting in het ego die zich uit in een woedeaanval.
Vanaf de kleutertijd gaan kinderen met elkaar spelen. De ander is een persoon geworden. Rond een jaar of vijf à zeven ontstaat het vermogen om logisch na te denken. Er is een duidelijke Theory of Mind. De wereld is zoals die is. Een spel heeft regels. Er is spelen en er is leren. Thuis is anders dan school. In deze periode is een kind nog heel impulsief, maar het doet meestal wat er gevraagd wordt. Voor een kind in dit stadium is alles normaal. Hoe vreemd het er thuis ook aan toegaat, je weet niet beter.
Aan het begin van de puberteit krijgt een kind door dat het niet normaal is. Dat andere kinderen en grote mensen niet altijd het beste met je voor hebben. Het ego wordt broos. Een kwetsende opmerking doet nu meer pijn dan een fysieke klap. Je moet jezelf beschermen. Vaak is dat door een muurtje van onverschilligheid op te bouwen. Het kind ontkent dat kritiek hem of haar raakt. “Kan me niet schelen.”
Ergens bij horen wordt heel belangrijk in de puberteit. Je gaat jezelf ook beschermen door bij een groep te horen. Je ego wordt nu niet bepaald door wie je bent, maar door bij welke groep je hoort. En die groepsidentiteit kan van allerlei kenmerken hebben: tot welk kerkgenootschap je behoort, naar wat voor soort muziek je luistert, op welk merk brommer je rijdt, je smaak in kleding, noem maar op. Dit conformisme is bij ongeveer een kwart van de moderne westerse mensen het eindstadium. De groep geeft veiligheid. En in tijden van grote stress, zoals nu, heeft het overgrote merendeel van de mensen de instinctieve neiging om weer steun bij de groep te zoeken. De eerste maanden was vrijwel iedereen bereid om zich aan de maatregelen van de overheid te houden. En dat Nederland het anders deed dan België, en Suriname weer anders, dat accepteren we en we redeneren de verschillen weg.
Maar de meeste tieners en twintigers komen er uiteindelijk achter dat ze toch anders zijn dan de rest van de groep. Je ego kijkt naar zichzelf en ziet wie je eigenlijk bent. Dat is niet altijd even fijn en je hebt nog niet het besef dat je daar ook iets aan kan doen. “Zo ben ik nu eenmaal” is een kenmerkende uitspraak in deze periode. In de tienertijd kan dit tot grote psychische problemen leiden. Depressies, psychoses en persoonlijkheidsstoornissen ontstaan vaak in deze periode.
Maar gelukkig gaat het over het algemeen goed. En ergens ontstaat het besef dat je zelf verantwoordelijkheid kunt nemen voor de problemen die je ervaart. Nu begint het zelf te ontwaken. Het ego is niet meer een gegeven, een vaststaande zaak. Je gaat in therapie voor je problemen. Je wordt actief in een ideële organisatie of richt er zelf een op. Je gaat aan jezelf werken door lid te worden van een school zoals AMORC.
Zo groei je verder en door zelf je verantwoordelijkheid te nemen, kun je in de loop van je leven steeds meer een individu worden. Je leert te accepteren wie je eigenlijk bent, het ego accepteert zichzelf met de eigen fouten en de eigen tekortkomingen. Je kunt om je eigen zwakheden lachen, je wordt mild naar andermans fouten. Je maakt nog steeds actief deel uit van de maatschappij. Maar je hebt je leven in je eigen handen. De dingen die andere mensen belangrijk vinden, zoals geld, aanzien en macht, hebben hun betekenis verloren. Je kan net zo veel genieten van andermans geluk als van een eigen meevaller. En als alles tegen zit, is er nog steeds geen reden om je daar druk over te maken. “Wat je hebt kun je verliezen, wat je bent niet.”
Een enkeling bereikt echte autonomie. Dat wil niet zeggen dat je niemand anders nodig hebt. Integendeel. Je accepteert dat je andere mensen nodig hebt. Het ego heeft voldoende ruimte en flexibiliteit om te accepteren dat er een conflict kan bestaan tussen je maatschappelijke rol en je eigen wensen. Zelfontplooiing is nog steeds het belangrijkste doel, maar je kunt dat doel opzij zetten om de ander te helpen of om je maatschappelijke rol te vervullen.
En pas als je je zelf opzij kan zetten kan je uiteindelijk het zelf realiseren. Je neemt afstand van het onbereikbare. Er is een diepe wijsheid en een totale acceptatie van je eigen keuzes en de keuzes van andere mensen. Niemand, zelfs de grootste misdadiger, is in zijn eigen ogen de slechterik. Dus wie ben ik om te oordelen? Een wijze frater, helaas inmiddels overgegaan, zei mij eens dat hij zijn jeugd zó over zou willen doen, desnoods inclusief het Jappenkamp. Iemand die vrede heeft gesloten met zijn kampverleden, dàt is iemand die vrede heeft met zichzelf!
Dit is het beeld van de groei van het ego naar het zelf en daar voorbij naar een hoger zelf, volgens recent wetenschappelijk onderzoek, zoals dat onder meer hier in Leiden aan de Universiteit in samenwerking met Curium is uitgevoerd.
De belofte van AMORC is Meesterschap over het leven. Onze leringen kunnen u helpen om in de loop van uw leven door het nemen van je eigen verantwoordelijkheid, via het worden van een echt individu en werkelijke autonomie van een Ego een Zelf te worden.