Vandaag wil ik jullie graag een meditatie voorstellen. Ik vond de tekst in de officiële biografie van Louis-Claude de Saint-Martin, geschreven in 1862 door Jacques Mattter. Jacques Matter leefde van 1791 tot 1864. Hij was directeur van het Jean Sturm Gymnasium in Straatsburg, Hoogleraar aan de Theologische Faculteit, Inspecteur-Generaal voor het Openbaar Onderwijs in Frankrijk en historicus. Het boek is geschreven in het wat wollige Frans van de 19e eeuw en dat maakt het moeilijk te lezen, zelfs in de Nederlandse vertaling. De schrijver zegt zelden rechtsreeks waar het op staat, maar gebruikt vaak omslachtige verwijzingen en lastige metaforen. Het wordt echter wel duidelijk dat Saint Martin tijdens de Franse Revolutie zeer actief was en dat de vele boeken en brieven die hij schreef zorgvuldig versluierd waren om aan de toenmalige censuur tegemoet te komen. Frankrijk was in die tijd absoluut geen veilig land en mensen die politiek of anderszins actief waren, waren hun leven niet zeker.
De eerste drieëntwintig hoofdstukken van dit boek behandelen chronologisch het leven van Louis-Claude de Saint-Martin. Maar in hoofdstuk 24 tot en met 30 gaat Jacques Matter in op de leer van Saint-Martin. En daar wordt het, wat mij betreft, echt interessant. Matter geeft hier een bijzonder verhelderend inzicht in de manier waarop de Onbekende Filosoof in het leven stond. Om jullie een voorproefje te geven ga ik de vijf ‘grondstellingen’ presenteren die Saint-Martin ergens tussen 1771 en 1775 formuleerde en die de achtergrond van zijn levenswandel vormen. Na iedere stelling zal ik u vragen er een minuut over na te denken en uw gedachten te formuleren. Daarna zal ik de uitwerking geven zoals De Saint-Martin deze zelf geformuleerd heeft. En zoals hij die uitwerking zelf geformuleerd heeft, vormen deze vijf grondstellingen een buitengewoon waardevolle leefregel voor iedere Ingewijde en voor iedere Martinist.
De eerste luidt als volgt: “Als in aanwezigheid van een deugdzaam mens afwezigen worden beledigd, wordt de deugdzame mens terecht de vertegenwoordiger ervan.”
Denk hier even rustig over na voordat u verder leest. Welke gedachten zijn er naar aanleiding van deze eerste grondstelling bij u opgekomen?
Welnu dit is wat Louis-Claude de Saint-Martin hier zelf over gezegd heeft:
“Je bent een mens. Vergeet nooit dat je de menselijke waardigheid vertegenwoordigt. Eerbiedig de adeldom ervan en laat deze altijd eerbiedigen. Het is je voornaamste en hoogste opdracht op aarde.”
De tweede grondstelling luidt: “Gedraag je goed, dat zal je meer in wijsheid en ethiek leren dan alle boeken die hierover gaan, want wijsheid en ethiek zijn actieve zaken.”
Denk ook hier even rustig over na voordat u verder leest. Welke gedachten zijn er naar aanleiding van deze tweede grondstelling bij u opgekomen?
Welnu dit is wat Louis-Claude de Saint-Martin hier zelf over gezegd heeft:
“In jou, in het Licht dat straalt in jouw wezen, het beeld van God, en niet in de boeken die alleen maar de uitbeeldingen van de mens zijn, bevind zich de richtsnoer voor je leven.”
De derde: “Je zou de mensen een grote dienst bewijzen door hen overal het woord te ontnemen, want het is langs deze weg dat de gruwel hen het hoofd doet verliezen en hen geheel levend opslokt.”
Denk ook hier even rustig over na voordat u verder leest. Welke gedachten zijn er naar aanleiding van de derdee grondstelling bij u opgekomen?
Dit is wat Louis-Claude de Saint-Martin hier zelf over gezegd heeft:
“Waak over dit licht en duldt niet dat het in ijdele woorden verdwijnt. Wie streng waakt over zijn woorden, waakt over zijn denken. Wie waakt over zijn denken, waakt over zijn gemoedsaandoeningen. En wie op die manier waakt, bestuurt zijn persoonlijkheid goed.”
De vierde: “Op de weg van het menselijk leven wordt u vervoerd door beproevingen, die elkaar van dienst tot dienst aflossen, en waarvan elke beproeving ons pas loslaat als deze ons naar het volgende station heeft gebracht alwaar er een nieuwe beproeving aan vast wordt gekoppeld.”
En wat komt er naar aanleiding van de vierde stelling bij u op?
Hier volgt wat Louis-Claude de Saint-Martin hier zelf over gezegd heeft:
“Wie zichzelf goed bestuurt, laat zich leiden door Hem die alles leidt en die onze ziel leidt door haar in lijden te zuiveren van wat zij aan onzuivers heeft. Door haar te sterken in haar zwakheden door het onophoudelijk uitoefenen van strijd. Door ons van etappe naar etappe voort te drijven totdat de wedloop van beproevingen is voltooid.”
En als laatste de vijfde grondstelling: “Men moet de woestijn niet ingaan, tenzij het de Geest is die ons daartoe drijft, anders is Hij (de Heilige Geest) niet verplicht om ons te beschermen tegen bekoringen.”
Welke gedachten zijn er naar aanleiding van deze vijfde grondstelling bij jullie opgekomen?
En dit is heeft Louis-Claude de Saint-Martin hier zelf over gezegd:
“Hij laat ons juist in de schoot van de bekoringen, en door deze bekoringen zelf zegevieren. Deze bekoringen zijn de heftigste van Zijn mogelijkheden in deze wereld, waar zich twee categorieën dingen en twee categorieën aantrekkelijkheden tegenover elkaar bevinden. Wij bezwijken voor bekoringen van het kwaad, wanneer wij er onze eigen egoïstische en sensuele vervoeringen volgen. Wij maken een andere keuzen en wij zijn overwinnaars wanneer het de Goddelijke Geest is die ons daarin leidt.”
Ik herhaal nu de uitleg van Louis-Claude de Saint-Martin zodat u het verband tussen de vijf grondstellingen begrijpt:
Je bent een mens. Vergeet nooit dat je de menselijke waardigheid vertegenwoordigt. Eerbiedig de adeldom ervan en laat deze altijd eerbiedigen. Het is je voornaamste en hoogste opdracht op aarde.
In jou, in het Licht dat straalt in jouw wezen, het beeld van God, en niet in de boeken die alleen maar de uitbeeldingen van de mens zijn, bevind zich de richtsnoer voor je leven.
Waak over dit licht en duldt niet dat het in ijdele woorden verdwijnt. Wie streng waakt over zijn woorden, waakt over zijn denken. Wie waakt over zijn denken, waakt over zijn gemoedsaandoeningen. En wie op die manier waakt, bestuurt zijn persoonlijkheid goed.
Wie zichzelf goed bestuurt, laat zich leiden door Hem die alles leidt en die onze ziel leidt door haar in lijden te zuiveren van wat zij aan onzuivers heeft. Door haar te sterken in haar zwakheden door het onophoudelijk uitoefenen van strijd. Door ons van etappe naar etappe voort te drijven totdat de wedloop van beproevingen is voltooid.
Hij laat ons juist in de schoot van de bekoringen, en door deze bekoringen zelf zegevieren. Deze bekoringen zijn de heftigste van Zijn mogelijkheden in deze wereld, waar zich twee categorieën dingen en twee categorieën aantrekkelijkheden tegenover elkaar bevinden. Wij bezwijken voor bekoringen van het kwaad, wanneer wij er onze eigen egoïstische en sensuele vervoeringen volgen. Wij maken een andere keuze en wij zijn overwinnaars wanneer het de Goddelijke Geest is die ons daarin leidt.
Lieve mensen, laten wij de komende weken mediteren over deze gedachten van de Onbekende Filosoof.
En moge het eeuwige Licht van de Goddelijke Wijsheid ons voor immer verlichten.