Alweer is de wereld opgeschrikt door een serie rampen. Nu zijn het de aardbevingen in Turkije en Syrië. En zoals altijd zijn er mensen die het hebben over een straf van God voor onze zonden. Die uitdrukking ‘het is de straf van God’, dat vind ik vreselijk. Het maakt mij boos. Wat een akelig godsbeeld heb je, als je een natuurramp ziet als straf. Straf voor wat? Straf voor wie? Welke zonden hebben al de kinderen begaan die onder het puin liggen?
Natuurrampen gebeuren. Al zolang als de mens bestaat beeft de aarde, zijn er epidemieën, mislukken er oogsten, zijn er overstromingen en barsten er vulkanen uit. Ook lang voordat wij als mensen zelfbewustzijn ontwikkelden, gebeurden die dingen. Maar toen waren wij ons er nog niet van bewust.
Archeologen en historici vertellen dat godsdienst is uitgevonden om een verklaring te geven voor rampen. Boze goden straffen de mensen voor de dingen die ze verkeerd doen. Dit was zeker de opvatting van de Grieken en de Romeinen. Hun goden waren grillig en wreed. Overstromingen, schipbreuken en vulkaanuitbarstingen waren tekenen dat de goden ergens ontstemd over waren. Meestal was er dan volgens de priesters niet genoeg geofferd.
Maar hoe verder we teruggaan in de tijd, hoe minder dat beeld klopt. De oude Egyptenaren bijvoorbeeld waren over het algemeen niet bang voor hun goden. De meeste goden waren instandhouders van de natuurlijke orde der dingen. Alleen de chaosslang Apep en de verwoestende leeuwin Sekhmet waren verantwoordelijk voor natuurrampen. Maar als de farao en de goden hun werk goed deden, dan bleef hun rampspoed uit.
De spirituele wereld was in de oudheid inderdaad vol gevaren en vreemde gebeurtenissen. Daarom was het belangrijk om de geesten en de goden te vriend te houden. Geesten en goden kunnen verwarrend zijn en gevaarlijke grappen uithalen met mensen. Maar dat zijn verhalen over individuen, moraliserende vertellingen, geen natuurrampen.
De Egyptische, Soemerische en andere goden uit de bronstijd zijn ooit begonnen als dit soort beschermers en voorouders van de verschillende stammen. De krokodil, ibis, valk, scarabee enzovoorts waren ooit totemdieren. Het was gedurende de hele geschiedenis van het oude Egypte duidelijk: de goden zorgen voor orde en beschaving. Zelfs de broedermoordenaar Set en de nijlkrokodil Sobek werden gezien als beschermers van Egypte. En ook Sekhmet was zeer geliefd in haar gedaante van de poezengodin Bast.
De tienduizenden doden in Turkije en Syrië zijn niet de wil van God. Het is de hebzucht van corrupte mensen die we de schuld moeten geven. Het overgrote deel van die huizen is ingestort door het negeren van bouwvoorschriften. En als ons geld en onze hulp niet bij de mensen in Syrië aankomen, dan is de wil van een tiran die niets geeft om zijn volk.
Als de zeespiegel blijft stijgen, dan is dat ook niet de wil van God, maar omdat mensen aan de top van grote bedrijven kiezen voor persoonlijk gewin. Orkanen en overstromingen zijn niet de wil van God, maar ze nemen toe in heftigheid doordat mensen in regeringen er uit politieke overwegingen voor kiezen om niets te doen aan de overmatige uitstoot van broeikasgassen. We kunnen er wel wat aan doen, maar we willen het niet meer. Nog niet zo lang geleden was die wil er nog wel. We hebben deltawerken gebouwd. Het gat in de ozonlaag hebben we weten te repareren. De problemen met zure regen en fosfaten zijn opgelost. Maar er is iets veranderd. In de jaren ’80 begon het ik-tijdperk. Egocentrisme is geleidelijk aan de norm geworden in plaats van solidariteit. En in de 21e eeuw is dat alleen maar toegenomen. Het is puur menselijke hebzucht die ons al twintig jaar tegenhoudt om de rest van onze problemen op te lossen.
Toch, tijdens rampen zoals deze aardbeving en de oorlog in Oekraïne zien we dat er nog steeds een heleboel solidariteit is. Als het zó urgent is, dan zijn gewone mensen en zelfs regeringsleiders wel degelijk bereid om heel veel voor anderen te doen.