13 april 2020

13 april 2020

Het is vandaag Tweede Paasdag. Overal ter wereld vieren Christenen met Pasen het feest van de opstanding van Jezus Christus uit het graf. Pasen was ook voor de oude Europese heidenen het feest van dood en wedergeboorte. Voor de Joden is Pesach het feest van de uittocht uit Egypte, de bevrijding van de slavernij. Ook een soort wedergeboorte, maar dan voor een heel volk.

Wat hebben ouderdom, dood en slavernij met elkaar te maken? Wij zijn slaven geworden van onze angst voor de dood. Onze maatschappij is ‘als de dood’ voor de dood. Gezondheid en Jeugd zijn de idolen van onze tijd. Alle reclame lijkt gericht op eeuwig jong en gezond blijven. Politici hebben het over ‘vergrijzing’ als een probleem. Demente bejaarden gaan naar een tehuis. Stervende mensen worden verzorgd in een hospice. We zien ze niet op straat, we zien ze niet op tv, we zien ze niet op social media. Met af en toe een heel enkele uitzondering zoals Het geheime dagboek van Hendrik Groen. Dan krijgen we een humorvol inkijkje in die verborgen wereld van oude mensen en de dood en mogen we er om lachen. Want angst bezweer je met humor.

En dan opeens breekt er een pandemie uit. Een ziekte waar geen geneesmiddel voor bestaat. Het enige wat dokters en verpleegkundigen kunnen doen, is iemand aan de beademing leggen en hopen dat die het haalt. Vrijwel ieder land ligt stil. Mensen werken thuis, houden anderhalve meter afstand, wassen hun handen tot die rauw zijn. Iedereen kent wel iemand die aan Corona gestorven is. Op het journaal zien we wanhopige verplegers, huilende artsen, kerken vol doodskisten in Italië, massagraven in New York en dode mensen op de stoep in Zuid Amerika. Nu kunnen wij niet meer opzij kijken. De dood is weer zichtbaar.

Hoe verhoudt ik mij als mysticus, als Rozekruiser tot ziekte en de dood?

Sterven is niet erg. De dood hoort onafscheidelijk bij het leven. Er komt een dag dat deze persoonlijkheid er niet meer zal zijn. Net zoals mijn vader en mijn moeder, mijn oom en tantes, mijn grootouders en alle generaties die hen voorgingen, er niet meer zijn. Er is geen reden om daar bang voor te zijn. Maar we zijn bang gemaakt. Angst voor het onbekende is normaal. Angst voor het laatste oordeel en voor eeuwig branden in de hel, dat is indoctrinatie. In de Oudheid was de leer van wedergeboorte een mysterie dat door bepaalde ervaringen aan speciaal uitverkoren inwijdelingen werd aangetoond. Het grote publiek was hier niet van op de hoogte en zag het hiernamaals als een schimmige plek zonder veel eigenschappen. De boodschap van Pasen, het Evangelion, het Goede Nieuws was, dat iedereen mocht weten dat wij weer terug zullen komen op Aarde, net als onze meester Jezus Christus. Een concilie van kerkgeleerden heeft honderden jaren na de Opstanding besloten om de leer van reïncarnatie uit de officiële geloofsbelijdenis weg te laten. De reden was niet dat zij dachten dat wij maar éénmaal leven. Hun argument was, dat de gelovigen lui zouden kunnen worden en dat zij het streven naar het Koninkrijk uit zouden stellen tot een volgend leven. Er zijn inmiddels genoeg bijna-dood-ervaringen beschreven om het voortduren van bewustzijn tijdens de hersendood aan te tonen, en ook voor reïncarnatie is inmiddels voldoende bewijs.

Ziekte en het lijden dat daarmee gepaard gaat zijn echter een onnatuurlijke toestand van het lichaam. Ziek zijn hoort niet bij ons, ons afweersysteem verzet zich. Maar ziektekiemen maken wel deel uit van de natuur. Ziekte is daarom onvermijdbaar. In de middeleeuwen ging de zwarte pest door Europa. Eén derde van alle mensen is daaraan overleden. Verkoudheid, pokken en de griep waren ziektes waar de Europeanen aan gewend waren. Maar ze hebben in de zestiende eeuw negentig procent van alle inheemse Amerikanen gedood. De eerste Spaanse bezoekers van wat nu de Zuidelijke Staten van de USA zijn, beschreven een hoogstaande cultuur met welvarende steden en dorpen. Honderd jaar later waren die van de aardboden verdwenen. Deze reizigers kwamen met goede bedoelingen, maar ze lieten een leeg land achter. Geen conquistadores en priesters, maar ziektes hebben Amerika veroverd. Ziektes zijn van alle tijden en iedere eeuw lijkt zijn eigen pandemie te brengen. In de 19e eeuw was er de cholera. In de 20e stierven meer mensen aan de Spaanse griep dan aan beide wereldoorlogen. En nu is er corona. Er is geen geneesmiddel. Maar wij hebben wel manieren om het eigen immuunsysteem van mensen te activeren en versterken.

Als Rozekruisers hoeven wij dus niet bang te zijn voor de dood. Maar is het onze plicht om mensen te genezen. Dat staat al in de Fama Fraternitatis. Een van onze genezingstechnieken staat al beschreven in de brochure Liber 888 De Raad van Troost. Hij is aan ieder lid toegestuurd als onderdeel van de eerste leszending. Als u hem kwijt bent, kunt u kosteloos een exemplaar opvragen via de Grootloge. Ik stel u voor om u iedere dag om 12.00 uur lokale tijd af te stemmen op het ritueel zoals dat op iedere grootloge wordt uitgevoerd. Op het ledengedeelte van de website www.amorc.nl heb ik een korte geleide visualisatie geplaatst, die u kunt gebruiken om u op het werk van de Raad van Troost af te stemmen.

Met broederlijke groet en de beste wensen voor Diepe Vrede,
Michiel Schillhorn van Veen